Artisto: | De Havenzangers (Nederlands) |
Uzanto: | emiel blondeel |
Daŭro: | 130 sekundoj |
Komenca paŭzo: | 12 sekundoj |
Tononoma sistemo: | Ne definita |
Sakra: | |
Komentoj pri tabulaturo: | - |
[Intro]
G A A D G G N.C.
[Verse 1]
G D
Aan het strand stil en verlaten, bij het klimmen van de maan,
D D7 G
ziet men daar een aardig paartje, zeer van weemoed aangedaan.
G G7 C
Liefste, 'k moet je gaan verlaten, morgen ga ik weer naar zee
C G D
en dan trouwen als ik thuiskom, hier op Hollands' stille ree.
G C D G
Maar zij sprak "ach, liefste mijne, spreek zover niet in het verschiet,
E7 Am A7 D G
want de zee ligt vol met mijnen en die dingen zie je niet".
[Verse 2]
G D
Dobb'rend op de woeste baren stuurde hij z'n scheepje voort,
D D7 G
maar wat daar opeens gebeurde: een ontploffing werd gehoord.
G G7 C
't Schip verdween al in de diepte, angstig keek hij om zich heen,
C G D
nergens kon hij redding vinden, mensenlief, waar moet dat heen?
G C D G
Terwijl hij worstelt met de golven en de dood voor d'ogen ziet
E7 Am A7 D G
denkt hij aan z'n liefste meisje die hij thuis daar achterliet.
[Verse 3]
G D
Aan het strand stil en verlaten ziet men daar een meisje staan,
D D7 G
die al turend en al smachtend, wacht de komst van haren man.
G G7 C
Hij zou immers wederkeren, hij beloofde haar toch trouw
C G D
en dan krijgt zij zo'n verlangen: word ik toch zijn lieve vrouw?
G C D G
Maar hij keerde nimmer weder want de dood waart om ons heen
E7 Am A7 D G
en zij keerde telkens weder aan het strand stil en alleen...