Mijn Sarie Marijs
33
(Onbekend)
(C) Mijn Sarie Marijs is zoo (F) ver van mijn hart
Maar ik (G) hoop van haar weer te (C) zien
Zij heb daar in die wijk bij die (F) mooi rivier gewoon
Daar (G) onder bij die groot (C) rivier.
O (F) breng mij t'rug naar die (C) oû transvaal
Daar waar mijn Sarie (G) woon
Daar (C) onder bij mil-liés, bij die (F) groen do-ring boom
Daar (G) woon mijn Sarie (C) Marijs,
Daar onder bij milliés, bij die (F) groen do-ring boom
Daar (G) woon mijn Sarie (C) Marijs Marijs.
(C) Ik was zo bang, dat die (F) khakies mij zou vang
En (G) over die zee weg (C) stuur
Toen vlug ik naar die kant van die (F) Up-ping-Aonsche Zand.
Daar (G) onder langs groot (C) rivier.
O (F) breng mij t'rug naar die (C) oû transvaal
Daar waar mijn Sarie (G) woon
Daar (C) onder bij mil-liés, bij die (F) groen do-ring boom
Daar (G) woon mijn Sarie (C) Marijs,
Daar onder bij milliés, bij die (F) groen do-ring boom
Daar (G) woon mijn Sarie (C) Marijs Marijs.
(C) Verlossing heb ge-kom en die (F) huis-toe-keer was daar
(G) Terug naar die oû trans-(C) vaal.
Mijn lievelings persoon zal daar (F) vast en zeker wees
Om (G) mij met een kus te (C) beloon.
O (F) breng mij t'rug naar die (C) oû transvaal
Daar waar mijn Sarie (G) woon
Daar (C) onder bij mil-liés, bij die (F) groen do-ring boom
Daar (G) woon mijn Sarie (C) Marijs,
Daar onder bij milliés, bij die (F) groen do-ring boom
Daar (G) woon mijn Sarie (C) Marijs Marijs.